Bedrag in functie van uw hoofdactiviteit en per werknemer
Vanaf 1 januari 2016 betaalt u één tarief per werknemer, ongeacht of deze werknemer al dan niet is onderworpen aan het gezondheidstoezicht. Het K.B. voorziet dat het minimumtarief dat voor u van toepassing is, afhankelijk is van de hoofdactiviteit van uw onderneming. Hiervoor zijn er 5 tariefgroepen vastgelegd.
Heeft u op 30 november van het afgelopen jaar maximum 5 werknemers in dienst, dan betaalt u een verlaagd tarief (micro) per werknemer in het jaar volgend op dat van de vaststelling. Dit tarief is ongeveer 85% van het normale tarief.
Welke activiteit geeft aanleiding tot welke tariefgroep?
Enkele voorbeelden (niet-limitatief):
- tariefgroep 1 – bank, verzekeraar, reisbureau, basis- en secundair onderwijs
- tariefgroep 2 – architecten, verenigingen, recreatie, hoger onderwijs, beroepsopleiding
- tariefgroep 3 – handel/verhuur/lease, (niet-gemeentelijke) overheid
- tariefgroep 4 – productie, industrie, vervoer, cleaning, gemeentelijke overheid (muv OCMW)
- tariefgroep 5 – chemie, bouw, OCMW, politie & brandweer, gezondheidszorg
Indexaanpassing
De forfaitaire minimumbijdragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Als gevolg hiervan zijn de prijzen voor 2017:
Micro | A/B/C+/C-/D | |
---|---|---|
Tariefgroep | ≤ 5 werknemers | ≥ 6 werknemers |
1 | 36,21 | 42,33 |
2 | 52,53 | 61,71 |
3 | 65,28 | 77,01 |
4 | 82,62 | 97,41 |
5 | 96,90 | 114,24 |